1. Talen leren is nog belangrijker in Brussel dan elders, maar het zou ook gemakkelijker moeten zijn. Op voorwaarde dat men weet hoe dit aan te pakken, en men mekaar met plezier helpt.
2. Nederlands, Frans én Engels kunnen spreken mag niet langer het voorrecht van een beperkte groep, maar moet de gemeenschappelijke troef van alle Brusselaars worden, ongeacht hun sociale achtergrond of hun moedertaal.
3. Men moet zich niet schamen om een taal te spreken die men niet goed beheerst. Het is precies op die manier dat men een taal leert en onderhoudt.
4. Elke dag in Brussel kan en moet een gelegenheid zijn om één van onze talen te verbeteren, en om anderen te helpen om één van hun talen te verbeteren.
5. Taalverwerving is geen of-of verhaal : een nieuwe taal leren gaat niet ten koste van de talen die we reeds kennen.
6. Het is nooit te laat om een nieuwe taal te leren. Ook nooit te vroeg : het is onnodig te wachten tot men de ene taal volledig beheerst alvorens een nieuwe taal te leren.
7. Het brein van jonge kinderen is uitermate geschikt voor de simultane verwerving van meerdere talen. Daarom kan vroege taalverwerving op termijn aanzienlijk tijd, moeite en geld besparen. Maar succesvolle vroege meertaligheid vergt wel een doordachte strategie, zowel thuis als op school.
8. Indien de thuistaal verschilt van de schooltaal van hun kinderen is het belangrijk dat de ouders deze taal leren. Maar om met hun jonge kinderen te communiceren is het in de meeste gevallen beter dat ouders zo consequent mogelijk hun sterkste taal spreken, en dat is meestal hun moedertaal. Hun eigen taal doorgeven is immers een van de mooiste geschenken die ouders aan hun kinderen kunnen geven.
9. De audiovisuele media en het internet zijn geweldige instrumenten om talen te leren, maar enkel indien ze op een intelligente manier worden aangewend.
10. De taal van een ander spreken is geen vernedering maar een privilegie, een teken van respect en een opportuniteit.